Beëindigingsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst: wat is het verschil?

B.M. (Beatrijs) Dijkstra

De termen beëindigingsovereenkomst en vaststellingsovereenkomst worden in het arbeidsrecht vaak door elkaar gebruikt. Juridisch is er wel een verschil.

Als een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden eindigt, worden de voorwaarden en overige afspraken opgenomen in een overeenkomst. De termen beëindigingsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst worden hiervoor vaak door elkaar gebruikt. De afkorting VSO is zeer gangbaar voor de beëindigingsovereenkomst. In de praktijk komt het vaak op hetzelfde neer. Maar niet iedere beëindigingsovereenkomst is een vaststellingsovereenkomst en niet ieder vaststellingsovereenkomst is een beëindigingsovereenkomst.

Beëindigingsovereenkomst (artikel 7:670b BW)

De beëindigingsovereenkomst is sinds 1 juli 2015 in de wet geregeld. Het is een schriftelijke overeenkomst waarmee een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Binnen 14 dagen nadat de beëindigingsovereenkomst tot stand is gekomen, heeft de werknemer het recht om de beëindigingsovereenkomst zonder opgaaf van redenen te ontbinden door een schriftelijke aan de werkgever gerichte verklaring. Als de werkgever niet wijst op deze bedenktermijn, is de termijn drie weken. De bedenktermijn gaat in op het moment dat er overeenstemming is bereikt. Dat moment kan eerder liggen dan het moment waarop er wordt getekend. Uit de correspondentie tussen gemachtigden kan bijvoorbeeld ook al blijken dat er overeenstemming is bereikt. De bedenktijd is niet van toepassing indien de werknemer en werkgever binnen zes maanden na een dergelijke ontbinding opnieuw een beëindigingsovereenkomst aangaan. De bedenktijd van 14 dagen geldt niet voor statutair bestuurders.

Transitievergoeding

Bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst is de wettelijke transitievergoeding niet van toepassing. Omdat de transitievergoeding wel moet worden betaald bij ander manieren van beëindiging, wordt er meestal in een beëindigingsovereenkomst wel afgesproken dat de werkgever een transitievergoeding betaalt. Om geen procesrisico te lopen, zullen werkgevers vaak bereid zijn om een wat hogere vergoeding te betalen.

Wat verder te regelen in een beëindigingsovereenkomst?

In de beëindigingsovereenkomst kunnen allerlei andere zaken worden geregeld, bijvoorbeeld hoe er wordt omgegaan met vrijstelling van werk en vakantiedagen. Ook kan er een budget worden toegekend voor een opleiding of een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand. Verder is het verstandig om vast te leggen wat er gebeurt als iemand voor de einddatum een andere baan heeft. In de beëindigingsovereenkomst wordt vaak afgesproken dat partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben.

Losse eindjes-overeenkomst

In het arbeidsrecht wordt ook wel eens een ‘leo’ afgesproken; een losse eindjes-overeenkomst. Dan is er bijvoorbeeld al opgezegd door de werkgever, maar wordt er nog een aanvullende regeling gesloten waarin allerlei andere zaken zijn vastgelegd. Omdat hierin niet de beëindiging zelf wordt overeengekomen, geldt de bedenktermijn niet.

Vaststellingsovereenkomst (artikel 7:900 BW)

Een vaststellingsovereenkomst is een overeenkomst waarmee een onzekerheid of een geschil wordt voorkomen of beslecht. Een beëindigingsovereenkomst kan dus ook een vaststellingsovereenkomst zijn, maar dat hoeft niet. Met een vaststellingsovereenkomst kan er overeenstemming worden bereikt over de oplossing van allerlei soorten geschillen, niet alleen een ontslag. Een overeenkomst waarmee een geschil over het aantal uit te betalen overuren wordt beslecht, is dus geen beëindigingsovereenkomst maar wel een vaststellingsovereenkomst.

Afwijken van dwingend recht in een vaststellingsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst is ook geldig indien de vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil in strijd mocht blijken te zijn met dwingend recht. Partijen moeten bij een geschil op vermogensrechtelijk gebied een oplossing in der minne kunnen bereiken zonder het risico te lopen dat dit later door de rechter gecorrigeerd wordt. Hier zit wel een grens aan. Wat bijvoorbeeld niet mag, is tegelijkertijd met het aangaan van een vierde arbeidsovereenkomst in de keten een vaststellingsovereenkomst sluiten waarmee de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die, dan is ontstaan, weer wordt beëindigd. Daarmee wijken partijen op voorhand af van het ontslagrecht en daar is de vaststellingsovereenkomst niet voor bedoeld.

Ontslag met wederzijds goedvinden?

Heeft u vragen over een beëindigingsovereenkomst of een vaststellingsovereenkomst?

Neem gerust contact met ons op, wij adviseren en helpen u graag!