Als een erfgenaam onwaardig is, kan hij geen aanspraak maken op de nalatenschap van de overleden persoon. Maar wanneer is een erfgenaam onwaardig?

In deze blog wordt de gifmoordzaak, die in 2023 veel media aandacht heeft gekregen, besproken om zo de ‘onwaardigheid’ in het erfrecht beter te begrijpen. Deze zaak kan ons helpen om een beter begrip te krijgen van de regels omtrent nalatenschappen en wat dit mogelijk voor uw nalatenschap zou kunnen betekenen.

In de beruchte gifmoordzaak wordt Yvon K. ervan beschuldigd dat zij opzettelijk haar partner miljonair Chris Ginweis om het leven heeft gebracht. Op 27 september 2023 staat de uitspraak van de rechtbank gepland. Echter, wordt Yvon K. twee dagen voor de zitting dood aangetroffen in haar huis in Tilburg. Twee maanden voor zijn overlijden heeft Chris Ginweis zijn testament gewijzigd. In zijn testament wordt Yvon K. als enige erfgenaam benoemd. De grote vraag is nu hoe het met de erfenis van Chris Ginweis zit.

Wetsartikel

Onwaardigheid is wettelijk bepaald in artikel 4:3 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Door bepaalde handelingen te verrichten, kan een erfgenaam als ‘onwaardig’ worden bestempeld. Dit betekent dat de erfgenaam geen aanspraak kan maken op de nalatenschap van de overleden persoon (hierna: erflater). Dit is het geval wanneer een erfgenaam onherroepelijk is veroordeeld voor het ombrengen van de erflater, een poging daartoe, de voorbereiding ervan of het deelnemen hieraan. 

Een erfgenaam wordt uitgesloten van de erfenis als hij onherroepelijk wordt veroordeeld voor het ombrengen van de erflater. Met onherroepelijk wordt bedoeld dat er geen hoger beroep of cassatie meer kan worden ingesteld. De zaak is dan helemaal afgerond. De wetgever heeft dit artikel in het leven geroepen met de gedachte dat iemand niet kan erven van de persoon die hij of zij opzettelijk heeft gedood.

Het lastige in de zaak van Yvon K. is dat zij niet onherroepelijk is veroordeeld. Yvon K. heeft zichzelf namelijk twee dagen voor de uitspraak van het leven beroofd. In artikel 69 Wetboek van Strafrecht staat dat de strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. Als we puur de wet volgen, is Yvon K. dus nooit veroordeeld voor de moord op Chris Ginweis. Hierdoor is artikel 4:3 BW niet van toepassing, wat betekent dat Yvon K. naar alle waarschijnlijkheid de nalatenschap van Chris Ginweis zou erven op grond van zijn testament. De nalatenschap van Yvon K. (waaronder ook de nalatenschap van Chris Ginweis) zal vervolgens worden geërfd door haar erfgenamen. Wie die erfgenamen zullen zijn, is afhankelijk van hoe Yvon K. haar nalatenschap heeft geregeld: ofwel via een testament ofwel door het wettelijk erfrecht. 

Oplossing(en)?

Staat de familie van Chris Ginweis nu met lege handen? Dat hoeft niet zo te zijn, want mogelijk kan de redelijkheid en billijkheid, zoals vastgesteld in artikel 6:2 BW, nog uitkomst bieden. De rechtbank Middelburg heeft in 2011 namelijk uitspraak gedaan in een vergelijkbare zaak. In die zaak had een man – die verdacht werd van de moord op zijn echtgenote – zelfmoord gepleegd in de penitentiarie inrichting, terwijl hij nog in afwachting was van zijn strafproces. De directe familieleden van de omgebrachte vrouw stelden in dat het onaanvaardbaar zou zijn als haar nalatenschap aan (de erfgenamen van) de man zou toekomen. Zij vroegen de rechtbank Middelburg dan ook om te bepalen dat (de erfgenamen van) de man geen aanspraak kan maken op de nalatenschap van de omgebrachte vrouw.

De rechtbank Middelburg oordeelde dat het aan de hand van de processen-verbaal toch voldoende vast is komen te staan de man zijn echtgenote opzettelijk om het leven had gebracht. Mede in het licht van het algemene beginsel dat iemand geen voordeel behoort te hebben van het opzettelijk om het leven brengen van een ander, oordeelde de rechtbank Middelburg dat het niet redelijk en billijk zou zijn als (de erfgenamen van) de man recht zou hebben op de erfenis van de omgebrachte vrouw. De directe familieleden van de omgebrachte vrouw werden dan ook in het gelijk gesteld.

Een andere mogelijke oplossing wordt geboden door het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens (hierna: EVRM). De landen die lid zijn van de Europese Unie dienen de bepalingen over onwaardigheid volgens de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) namelijk toe te passen op een manier die overeenkomt met het beoogde doel ervan. Een strikte toepassing van de wettelijke bepaling kan namelijk in strijd zijn met artikel 8 EVRM (recht op eerbiedigen van privé-, familie- en gezinsleven). Er moet een nauwkeurige afweging van belangen gemaakt worden tussen de belangen van de dader en die van de potentiele erfgenaam, die anders van de erflater zou erven.

De uitspraak van het EHRM is ook voor de Nederlandse rechtspraak van belang. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de recente uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Ook in deze zaak heeft de man zijn echtgenote om het leven gebracht. De man leed echter aan een ziekelijke stoornis, waardoor de moord niet aan hem kon worden toegerekend. Formeel bezien was ook in deze zaak dus geen sprake van een strafrechtelijke veroordeling. De directe familieleden van de vrouw vorderden echter toch dat de rechtbank zou bepalen dat de man onwaardig was om van de omgebrachte vrouw te erven.

Het gerechtshof was van oordeel dat het door artikel 8 EVRM beschermde belang van de directe familieleden niet zou blijven gewaarborgd als er in deze zaak geen rekening werd gehouden met de bijzondere omstandigheden waarop de man zijn echtgenote om het leven had gebracht en de agressieve, grensoverschrijdende en angstwekkende wijze waarop de man zich jegens zijn echtgenote en haar familie had gedragen. Op grond van artikel 8 EVRM kan het vereiste van een strafrechtelijke veroordeling uit artikel 4:3 lid 1 onder a BW dus komen te vervallen. Kortom, indien sprake is van bijzondere omstandigheden kan een erfgenaam – ondanks dat hij nooit strafrechtelijk is veroordeeld – toch als ‘onwaardig’ worden bestempeld.  

Hulp nodig?

De boodschap van dit verhaal is helder: de kwestie rondom ‘onwaardigheid’ is geen lichte beschuldiging. Het is een ernstige situatie die gepaard gaat met een strafrechtelijke vervolging.

Heeft u toch naar aanleiding van deze blog nog vragen of wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met een van onze specialisten op het gebied van erfrecht.