Een stichting is een aparte rechtspersoon. Deze heeft, anders dan een vereniging, geen leden, dus ook geen Algemene Leden Vergadering (ALV). In sommige sectoren, zoals zorg, volkshuisvesting en onderwijs, is wettelijk voorgeschreven dat er bij een stichting een raad van toezicht of raad van commissarissen is. Dit orgaan is dan onder andere verantwoordelijk voor de benoeming en het ontslag van bestuurders. Vaak ontbreekt zo’n sectorspecifieke regeling. Wie moet dan de bestuurder ontslaan? In het Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat de rechtbank een bestuurder kan ontslaan als hij zich niet houdt aan de statuten of wanbeheer pleegt. Dit doet de rechtbank op verzoek van het Openbaar Ministerie (dat zelden hierom verzoekt, het OM is druk met andere zaken) of op verzoek van een belanghebbende. Dit kan iemand zijn die zeer direct bij de stichting betrokken is, bijvoorbeeld een werknemer of een belangrijke sponsor.
Een praktijkgeval
Het valt in het algemeen niet mee om de bestuurder van een stichting via de rechtbank te ontslaan. Dat bleek ook in een zaak die onlangs speelde in Zuid-Holland.
Het betreft een wielrenclub die bestaat uit een stichting en een vereniging. De stichting beheert het geld en de accommodatie en de vereniging heeft de fietsende leden. Zowel in de stichting als in de vereniging is bestuurder A een belangrijk man, hij is bovendien al sinds jaar en dag de drijvende kracht van de club. Hij is enig bestuurder van de stichting (de statuten stonden dit toe) en hij is (mede)bestuurslid van de vereniging.
Als (enig) bestuurslid van de stichting heeft hij in strijd met de statuten nooit een jaarrekening opgemaakt, geen notulen bijgehouden en de administratie is niet op orde. Ook wil hij geen financiële rekening en verantwoording afleggen aan de vereniging. Zijn solistische en niet transparante optreden is de vereniging op enig moment een doorn in het oog. De vereniging stapt naar de rechtbank om de bestuurder van de stichting te laten ontslaan en nieuwe bestuurders te laten benoemen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank ontslaat de bestuurder vanwege het handelen in strijd met de statuten en bovendien zijn er veel financiële vraagtekens. Ook heeft de rechtbank nieuwe bestuurders benoemd.
Oordeel gerechtshof
De ontslagen bestuurder gaat in hoger beroep en krijgt daar gelijk. De bestuurder heeft weliswaar te veel op eigen houtje gedaan en wellicht ook op een eigenaardige manier administratie gevoerd, maar van ernstige zaken is het gerechtshof in hoger beroep niet gebleken. De verwijten zijn volgens het hof niet ernstig genoeg voor ontslag van de bestuurder.
Het ontslag is vervolgens teruggedraaid. En omdat de bestuurder weer in het zadel zit, is het aan hem als zittend bestuurder om andere bestuurders te benoemen; dit is volgens het gerechtshof niet aan de rechtbank. Ook de benoemingen zijn teruggedraaid.
De les voor de bestuurder is dat een tweede ronde (in hoger beroep) toch zin kan hebben. Voor de praktijk is de les dat een bestuurder van een stichting maar moeilijk is te ontslaan als er geen Raad van Toezicht is of de statuten teveel ruimte bieden voor onduidelijkheid.
Heb je naar aanleiding van deze blog vragen of wil je meer weten over dit onderwerp, dan kun je contact opnemen met één van onze specialisten op het gebied van ondernemingsrecht.