Bij een erfenis zonder testament ontstaan er praktische vragen en onzekerheden over de verdeling. In deze blog wordt uitgelegd wat er gebeurt als iemand overlijdt zonder testament.
Wanneer de overledene geen testament heeft opgemaakt, bepaalt de wet wie zijn erfgenamen zijn en hoe de erfenis wordt verdeeld. De wet bepaalt de volgorde van erfgenamen, die is verdeeld in vier groepen:
- De echtgenoot of geregistreerd partner en de kinderen van degene die is overleden. Dit zijn de erfgenamen in ‘eerste lijn’. Als de overledene een partner en kinderen heeft, wordt de erfenis gelijk tussen hen verdeeld. Hoewel de kinderen ook een deel erven, krijgen zij dat deel pas als ook de partner is overleden. Dit wordt de ‘wettelijke verdeling’ genoemd.
- Ouders en broers of zussen van degene die is overleden
- Grootouders van degene die is overleden
- Overgrootouders van degene die is overleden
Als de overledene een echtgenoot/geregistreerd partner en/of kinderen had, dan zijn zij de erfgenamen. Zit er niemand in de eerste groep? Dan komt de tweede groep aan bod. Als er ook niemand is in de tweede groep, komt de derde groep aan bod en als ook in de derde groep niemand is, dan erft de vierde groep.
Verdeling van de erfenis
Nadat duidelijk is geworden wie de erfgenamen zijn, is het belangrijk om uit te zoeken hoe de erfenis tussen de erfgenamen moet worden verdeeld. Ook dat staat in de wet. Het uitgangspunt is dat alle erfgenamen een gelijk deel ontvangen, maar er kunnen zich allerlei situaties voordoen die de verdeling complexer maken. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een door de wet aangewezen erfgenaam zelf ook al is overleden?
Een voorbeeld
Jan is overleden en hij heeft geen testament. Jan was getrouwd met Ingrid en zij hebben samen twee kinderen: Pieter en Sophie. Hun zoon Pieter is al eerder overleden. Pieter was niet getrouwd, maar hij heeft wel twee kinderen: Max en Eva.
Wie zijn de erfgenamen van Jan?
Volgens artikel 4:10 van het Burgerlijk Wetboek worden de partner en kinderen van Jan eerst als erfgenamen aangewezen. Dat zijn Ingrid, Pieter en Sophie. Omdat Pieter is overleden, komt zijn erfdeel nu via ‘plaatsvervulling’ bij zijn kinderen Max en Eva terecht. Dit betekent dat Max en Eva in de plaats treden van Pieter als erfgenaam. De verdeling van Jan’s erfenis wordt dus als volgt:
- Ingrid, de vrouw van Jan, heeft recht op 1/3e van de erfenis.
- Sophie, de dochter van Jan, heeft recht op 1/3e van de erfenis.
- Pieter, de overleden zoon van Jan, zou ook recht hebben op 1/3e van de erfenis, maar dat erfdeel wordt nu gelijk verdeeld tussen Max en Eva. Max en Eva hebben ieder dus recht op 1/6e van de erfenis.
Wettelijke verdeling
Omdat Jan en Ingrid waren getrouwd, is de ‘wettelijke verdeling’ van toepassing. Dat betekent dat Sophie, Max en Eva wel recht hebben op een erfdeel, maar dat zij dat erfdeel pas ontvangen nadat Ingrid ook is overleden.
Conclusie
Als de overledene geen testament heeft opgemaakt, is de wijze waarop de erfenis wordt verdeeld vastgelegd in de wet. Meestal gaat de erfenis naar de geregistreerd partner/echtgenoot en/of de kinderen, maar als die er niet zijn kan de erfenis ook naar ouders, broers of zussen of verdere verwanten gaan. Er kunnen zich vervolgens nog allerlei omstandigheden voordoen waardoor de situatie complexer wordt. Bijvoorbeeld als de erfgenaam van de overledene al is overleden, of als sprake is van een samengesteld gezin. In dat geval kan het nuttig zijn om een erfrechtspecialist in te schakelen.
Hulp nodig?
Heeft u vragen over uw nalatenschap of bent u erfgenaam en heeft u advies nodig over de afhandeling? Onze specialisten helpen u graag verder.